Het huis en de poezen
Wanneer ik met mijn fiets de straat in rij, zie ik in de verte het knalgele onheilspellende plakkaat dichterbij komen. Hetgeen ik al een paar dagen weet, maar probeer te verdoezelen is werkelijkheid geworden. De zwarte letters gapen me als een leeuwenmuil aan, alsof ik vierkant uitgelachen word…..TE KOOP…..mijn 7 torenhuis staat te koop !!
Ik rij heel voorzichtig de ingezakte oprit op, ik voel me als een dief die andermans erf oprijdt.
Dit is mijn huis niet meer ! Wanneer ik mijn fiets in de garage zet, zie ik de afgebladderde muren, de gaten in de muren, de groene vochtplekken, maar denk tezelfdertijd, mijn fiets staat binnen. Terwijl ik de sleutel in het slot van de achterdeur steek, de enige deur waar ik het huis kan binnenraken, bekijk ik mijn terras, oude gebroken tegels zonder voegen, met al wat nieuw lentemos ertussen en ik denk dat het goed is zoals het is. Dan sta ik binnen in mijn keuken.
Ik zie de oranje muren terwijl mijn poezen tussen mijn benen naar buiten glippen. Ik sta een moment stokstijf en denk, dit kan niet…..
Mijn gedachten gaan in een flits een goeie twee jaar terug in de tijd…...ik kom dezelfde deur in en denk, dit kan niet…...een oud vervallen huis als dit wil ik niet. Ik wil zelfs niet verhuizen, ik heb geen geld. Toch bekijk ik het huis maar denk terug, neen zo’n stinkend kot wil ik niet en ga door dezelfde achterdeur terug naar buiten. Voor ik vertrek ga ik nog eens de tuin in.
Een grote prachtige verwilderde tuin waar ik op slag verliefd op ben. Wat ik niet wilde, werd me op een bizarre manier opgedrongen en drie weken later woonde ik in het huis dat ik niet wilde.
Menigen fronsten hun wenkbrauwen, ja, zo’n oud kot, wie gaat daar nu in wonen ? Voor mij is het twee jaar later het huis waar ik “ thuisgekomen ” ben. Het eerste huis in mijn leven die ik niet wil ontvluchten. Het eerste huis in mijn leven die me welkom heet. Het eerste huis in mijn leven dat ik trots “ mijn huis ” noem. Op een bizarre manier zijn we naar elkaar toegegroeid. De eerste maanden dacht ik dat Jozef, de zoon van het huis die zelfmoord pleegde, me gezelschap hield en grappen met me uithaalde. Op een dag hebben we vrede gesloten en vond ik iedere dag een stukje meer vrede bij mezelf. Nu kan ik zeggen, na vijf jaar in eenzaamheid te leven, ik ben al lang niet eenzaam meer, ik ben rijk aan eenzaamheid…..
Ondertussen zijn de poezen al weer binnengekomen en vleien zich ongeduldig rond mijn benen en miauwen in koor “ wij hebben honger.”
Bles, volgende maand is ze een jaar mijn levensgezellin. Haar naam dankt ze aan haar rosse bles tussen haar ogen. Ik noem haar soms mijn derde oog. Het laatste jaar heeft zij mij stap voor stap getoond hoe zij haar vrijheid wil beleven en mij getoond hoe ik haar daarin kan volgen. Een frêle juffrouw, mooi opgevoed, met een pittig karakter, licht als een pluimpje. ‘s Avonds als we slapen gaan, wijkt ze geen vijf centimeter van mijn zijde en wanneer ze me ’s morgens met haar snorharen komt wekken kijkt ze me altijd heel verliefd in de ogen.
De nachten zijn al lang niet eenzaam meer.
Simba, eigenlijk de kater van mijn dochter, is net het tegenovergestelde. Hij was hier twee maand geleden een paar dagen op bezoek, maar, toen hij in de mooie ogen van Bles keek, werd hij smoorverliefd en wilde niet meer naar huis. Even oud, maar had minder geluk toen hij als baby achtergelaten werd. Het moment dat mijn dochter hem vond, was hij op stervensna dood. Compleet uitgemergeld en halfblind. Nu is hij een prachtige rosse kater, zowel zijn naam als zijn afkomst waardig. Soms ben ik verschrikkelijk boos op hem, meneer doet al waar hij zin in heeft, heeft altijd honger, loopt altijd voor mijn voeten, ja, hij is dan ook halfblind, en misschien is hij nog halfdoof ook, want luisteren kan hij ook niet.
Maar als ik hem bezig zie met Bles, het is alsof zij zijn muze is zoals hij met haar omgaat, nooit ver van haar verwijderd en haar altijd schoonlikkend om haar zijn liefde te bewijzen. Als ik ze samen in de zetel zie liggen, hij met zijn poot rond haar nek, zij lichtjes kirrend tegenspartelen, maar hem toch maar laten begaan, denk ik, ‘ t is al goed, je mag blijven. Lady en de vagebond noem ik ze, onafscheidelijk verbonden voor het leven.
Zo leven wij hier nu met z’n drietjes, in ons 7 torenhuis nr. 7. Alle drie hebben we onze streken en manieren, weten we van elkaar wat kan en niet kan, leren we van elkaar en genieten we van ieder moment dat we samen zijn. Iedere morgen doen we trouw ons ochtenddauwwandelingetje in de tuin, eten we samen ons ontbijt, zwaaien ze me uit wanneer ik vertrek en verwelkomen ze me vol enthousiasme, wanneer ik terug naar huis keer. Enkel als we slapen gaan moeten we eerst Bles laten beslissen of ze mee gaat naar boven of beneden blijft bij haar aanbidder, die jammer genoeg niet mee mag naar de slaapkamer….. meestal heb ik meer geluk……
Vandaag moet ik ze zeggen “ we vliegen er uit ! “
De auto en de fiets
Het is –11 graden, er ligt 5 centimeter sneeuw en ik rij met mijn ouwe fiets naar mijn werk, denkend aan de herstellingen die moeten gebeuren aan mijn autootje. Mijn peugeot 205 met nummerplaat CAT563..…ja CAT…..ik geloofde het zelf niet toen ik de nummerplaat zag. Men vroeg mij hoeveel ik daarvoor betaald had, mijn liefde voor poezen kennende, hoewel ik op dit moment geen poezen heb. Een half jaar woon ik nu in de 7 Torensstraat nr 7 en begin het rare huis gewoon te worden. Terwijl ik de kou trotseer, ga ik in gedachten naar mijn lege bankrekening…..ja het huis is met mijn schamele centen gaan lopen…..
Plots gaat er een gedachte door mijn hoofd en zeg ik luidop “ ik ga mijn auto verkopen.”
Op mijn werk toegekomen is die gedachte al lang weer weg.
De volgende dag hetzelfde weer en dezelfde fiets, gaat dezelfde gedachte door mijn hoofd en zeg ik luidop “ dat is nog zo’n slecht gedacht niet.” Misschien is mijn auto die ik als mijn vrijheid bekijk, wel niet eens zo’n vrijheid als ik wel denk. Eén volle dag in de week moet ik werken om hem te kunnen houden, als hij weg is ben ik één dag vrij in de week…...op dat moment lijkt mij dat heel verleidelijk, maar de gedachte verwatert, wanneer ik denk dat ik dan niet altijd meer zal geraken waar ik wil. Zelfs als mijn auto hersteld is, blijft de gedachte door mijn hoofd spoken en 2 weken later beslis ik om hem te verkopen.
Nog 2 weken later heeft nog niemand gereageerd. Yves, de garagist zei nochtans dat het geen probleem zou zijn om hem snel verkocht te krijgen. Ook via de krant is er niemand die reageert. 2 maand later rij ik nog altijd rond met mijn “ cat ” zoals iedereen mijn auto noemt.
Op een dag, weer naar mijn werk rijdend, gaat er weer een gedachte door mijn hoofd…...
“ ben je wel zeker dat je je auto wil verkopen ? ” Natuurlijk zeg ik direct, maar betrap mezelf op een leugen…..
Daar sta ik nu met een auto die ik wil verkopen en een auto die ik niet wil verkopen dus moet ik uitmaken wat ik wil en waarom. Nog 2 twee weken van dilemma gaan voorbij, vooral angst hoe ik mij zal voelen als hij inderdaad weg is, is de boosdoener.
En dan plots zeg ik tegen mezelf dat ik ook zonder auto wel zal geraken waar ik moet zijn en waar ik niet geraak, moet ik misschien ook niet zijn en ja hoor 2 dagen later is mijn cat verkocht.
Ik koop mezelf een goeie occasiefiets en iedere dag geniet ik een beetje meer van mijn nieuw verworven vrijheid. Mijn fiets brengt mij overal waar ik zijn moet en zelfs in regen, kou en wind vind ik het plezant, want ik voel mij open en vrij tussen al die “ gesloten ” auto’s.
2 jaar later staar ik vol ongeloof mijn fiets aan, door mijn tranen heen kan ik nauwelijks geloven wat ik zie…..ik kan geen woord uitbrengen en wanneer de politiemannen en de brandweerman me vragen of dit mijn fiets is, kan ik enkel bevestigend knikken…..
Mijn “gazelle” mijn gezellin ligt daar dood, verbrand als een heks, volledig vernield….
Ik ben getroffen tot in het diepste van mijn ziel…..het achterwiel en zadel volledig weg, de rest volledig zwartgeblakerd, enkel het mandje heeft het overleefd.
Een gevoel van machteloosheid en kwaadheid maakte zich eerst meester van me, maar nu denk ik, wat heeft die mens meegemaakt die dit deed, om zoiets te doen ?
Daar sta ik dan…..nu geraak ik nergens meer zegt een stem..…maar dat is de stem van het moment. Ik word gedepanneerd door Lieve, mijn lieve bazin en 3 weken later krijg ik van mijn baas Herman een nieuwe occasiefiets. Mijn schoonzoon vraagt of ik er een brandblusapparaat heb bijgekocht, ik kan er op dat moment gelukkig al mee lachen.
Suiker
Terwijl ik nootjes in potjes aan het doen ben, zie ik de desserttafel steeds voller worden. Allerlei minilekkernijen lokken mijn ogen. Jasper, de zoon van één van mijn werkgevers doet zijn Plechtige Communie. De gasten komen binnen en ik bedien ze met Champagne. Ik wil niet te streng op mezelf zijn en drink een glas mee. Mijn maag vul ik met de visgerechtjes en kippenboutjes, denkend dat ik karakter genoeg heb om enkel mijn ogen een plezier te doen.
Na twee uur ben ik een illusie rijker…….onverbiddelijk gaan een mini-eclair, een mini-bavarois en een mini-chokolademousse erin. Een ware streling voor mijn tong ! De suiker doet zijn werk.
Nadien vraag ik me af in hoeverre het de moeite waard was.
Twee maand geleden ben ik gestopt met mijn verslaving aan suiker. De dag dat mijn huisbaas me in een telefoongesprek van één minuut, zei, dat het huis verkocht wordt. De eerste maand ging het wonderlijk goed. De tweede maand reageert mijn lichaam. De chokolade en koekjes zonder suiker blijven in de kast liggen. Mijn lichaam wil suiker ! Wanneer het de nodige suiker krijgt reageert mijn lichaam opnieuw……..de schimmels in mijn buik tieren welig. De keuze is aan mij.
Suiker of mijn gezondheid. Hoewel het niet aan me te zien is, ben ik nooit echt gezond geweest.
Geboren met bloedarmoede en ijzertekort, op mijn zes maand vertrok ik al bijna weer. Gelukkig was er een alerte dokteres, die volgens mijn moeder, mijn leven redde. Ik groeide op met ijzer- en vitamine spuiten, tot mijn billen er blauw van werden. Op mijn elfde begon een menstruatie lijdensweg en op mijn vijftiende was ik al migraine- en rugpatiënt. Op mijn achttiende begon een seksuele lijdensweg en kreeg ik een maagbreuk. Aangezien ik zwanger wou worden, zei de dokter " geen probleem, zo komt alles wel vanzelf terug op zijn plaats." Maar ik had geen eisprong. Gelukkig werkten de hormonen heel snel en op mijn twintigste zag mijn dochter Lindsay, het levenslicht. Ondertussen ben ik al grootmoeder van twee kleinkinderen, Amber en Robin.
De jaren daarop heb ik het leven meer dan eens willen verlaten, gelukkig bleef ik door haar het levenslicht zien. Emotionele en lichamelijke klachten maakten mijn leven soms tot een ware hel.
Met hyperventilatie, scheefgetrokken wervels, spierpijnen, migraine, spastische darmen en blijvende maagklachten trok ik van de ene dokter naar de andere. Geen enkele wist mij te vertellen wat er nu precies mis was met mij. Een internist, die de moeite nam om mij van kop tot teen en van buiten naar binnen te onderzoeken, wist mij te vertellen dat ik een vertraagde werking van de hypofyse had. Het was iets psychisch en traumatisch, zei hij en dat was niet zijn bevoegdheid. Ik was toen vijfentwintig, wist niet wat ik daarmee moest aanvangen en zocht verder, zonder resultaat. Ik leefde met al mijn pijnen op automatische piloot en klaagde nooit.
Zes jaar geleden vond uiteindelijk toch een dokter dat er in mijn buik iets niet pluis was.
Een te grote hoeveelheid water in de buik was verre van normaal. Mijn darmen waren door de stress en schimmels zo aan elkaar vastgegroeid dat een operatie onvermijdelijk was. Ik kreeg een zeer streng dieet voorgeschoteld, ingeval de buikklachten niet verdwenen. Zes jaar bleven ze inderdaad weg. Nu heb ik de keuze, uiteindelijk toch mijn voeding aanpassen, zoals vele dokters mij hebben aangeraden of mijn lichaam verder laten aftakelen. Af en toe word ik zeer opstandig en vraag me af hoeveel offers ik het leven nog moet bieden. Toch bekijk ik dit anders nu. Tot vijf jaar geleden zei ik " alles wordt mij steeds weer afgepakt." Nu zeg ik "ik weet dat ik weer eens moet loslaten."
Mijn gedachtengang veranderde op het moment dat ik me overgaf, toen ik stopte met vechten.
Ik gaf me over en zei tot de hemel "doe met mij wat je wil." Het was een moment van het diepste dal. Compleet aan de grond, geen geld, geen huis, geen meubels, geen man meer, alles liet ik achter, alles liet ik los. Maar dan gebeurde een soort wonder. Ik begon plots alles anders te bekijken en voor wat ik los liet kwam iets anders in de plaats. Ik was klaar om het leven te leren zien zoals het is. Ik stopte met het orchestreren van mijn leven en begon te begrijpen dat het leven naar je toekomt en niet andersom. Plots zat ik in een Shiatsucursus waar ik meer antwoorden vond, dan ik ooit had durven dromen. Oosterse geneeswijzen noemde men het.
In de tweede les reeds, was ik overtuigd. Dirk, mijn leraar wist toen al zoveel te vertellen over mijn gezondheidsklachten, dat zowel ik als mijn medestudenten zo verbluft waren, dat we dachten dat hij een soort tovenaar was. Ik was met al mijn klachten een " perfect " voorbeeld in vele lessen. Nog een andere leraar zei dat ik een " moeilijk " geval was. Bij de eerste les zei hij dat we hem nooit meer zouden vergeten. Ik zeker niet. Na een paar kinesiologie testen en een ontleding van mijn gezicht zei hij dat ik zieker was dan iemand die kanker had. Hij zei "kanker heeft een naam en is te genezen, jouw ziekte heeft geen naam en is niet simpel om te genezen." Verschrikt vroeg ik me af hoeveel ik nog tegoed had ! Het zou een lange weg zijn, zei hij, vier maand per jaar dat ik al leef. Ik was toen éénenveertig. " Kom ermee naar buiten " zei hij. Toen ik vroeg wat hij daarmee bedoelde keek hij naar mijn tenen en zei dat ik " verleden " tenen heb.
Op dat moment had ik geen flauw vermoeden wat hij bedoelde. In dat jaar leerde ik wel mijn lichaam kennen en deed tot vervelens toe iedere dag alle oefeningen die me geleerd werden. Mijn pijnen en klachten werden zelfs nog erger ! Maar ik beet door en had zelfdiscipline, aangezien ik kost wat kost terug gezond wilde worden. Na twee jaar voelde ik eindelijk die energie stromen in mijn lichaam, waar iedereen het over had. Tussen mijn massagecursussen volgde ik ook nog een Bio-energetica cursus, genaamd " Lichaam, bron van levenswijsheid."
Rie en Nico, de twee mensen die de cursus op een prachtige, maar niet altijd gemakkelijke manier gaven, zal ik eeuwig dankbaar zijn. Nu weet ik dat ze samen met Dirk mijn redding waren.
Ze openden mijn ogen voor alles wat ik nooit wilde zien en deden me begrijpen dat ik mijn leven zelf in handen had, om datgene ermee te doen wat voor mij noodzakelijk was. Het werd een weg van vallen en opstaan, letterlijk en figuurlijk. Mijn dagboeken zijn mijn getuigenis. Op een moment was ik zo gehaast om mijn leven in de juiste plooi te krijgen, dat ik op een dag de trap nam en bij de eerste trede plots beneden lag, met alle gevolgen van dien. Ik had de boodschap niet begrepen en zes weken later zat ik met mijn been in het gips……Toen begreep ik het plots wel. Iets wat je in veertig jaar om zeep hebt geholpen, kan je in de andere richting, niet in één, twee, drie veranderen. Weer had ik een les in loslaten geleerd. Beetje bij beetje voelde ik mijn lichaam beter worden, beetje bij beetje verminderden mijn pijnen. Ik begreep wel dat ik alles zelf moest doen. Wat men mij leerde zijn geen wondermiddels, het enige wonder die bestaat komt enkel en alleen uit jezelf. Verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gezondheid, zodat, als die gezondheid je in de steek laat, je die verantwoordelijkheid niet op de schouders van de dokters moet leggen. Dan hoef je ze ook niet te verwijten dat ze je niet kunnen helpen, wat eigenlijk ook niet anders kan. Ziek zijn heeft altijd zijn betekenis en hopen dat iemand anders je zal genezen is een zeer onvolwassen gedachte. De bedoeling van het leven is volwassen worden, niet enkel in gestalte, maar ook in de psyche. Ik heb de deur gezocht naar mijn verleden en de sleutel gevonden, die voor mij deur per deur opent. Niet iedere deur is even leuk en ik weet dat nog vele deuren gesloten zijn, maar ik ben niet bang meer om een nieuwe deur te openen. De betekenis van het leven die ik als kind zocht in de strips van mijn broers, De Rode Ridder en Faust, ligt in het leven zelf. Ik heb het antwoord gevonden……het leven zelf, heeft mij getoond hoe ik het leven moet leven. Het is een rol die je speelt en hoe lang je die speelt is niet belangrijk, wel hoe je die rol speelt………..
14 Februari
Ik begin aan zijn torenhoge berg afwas en denk " Linda, je bent jezelf aan het vermoorden ! "
Hij kijkt TV. Ik hoor hem in de andere kamer genieten van MASH. Hij heeft net zoals de vorige keer dat ik hier was, eten voor me klaargemaakt, de enige man die zoiets doet voor mij. Onze laatste ontmoeting was op 11 November, wapenstilstand, nu is het Valentijnsdag. Een beetje bitter denk ik, misschien is onze volgende ontmoeting op Hemelvaartdag. We zien elkaar heel weinig, maar voor mij is hij elke dag bij me en we weten wat we voor elkaar betekenen. Soms zegt hij " we are two of a kind " hoewel we een compleet ander leven leiden. Ik ben al blij dat hij de muziek heeft afgezet. Sinds deze morgen speelde hij steeds hetzelfde liedje……"I don’t believe in love anymore "…….. waarschijnlijk om mij niet op verkeerde gedachten te brengen. Door mijn aanwezigheid op deze dag toon ik hem dat ik wel nog in de liefde geloof, maar vraag me nu toch weer af waarom ik nu juist op hem verliefd moest worden. Op een man die net de liefde afgezworen heeft. Het leven is ook voor hem niet mals geweest en dat heeft hem getekend. Als ik hem zeg dat ik hem graag zie, zegt hij "het is beter van niet " maar toch denk ik dat hij mij dit graag hoort zeggen. Volgens mij gelooft hij heel diep binnenin zelfs heel sterk in de liefde.
Eigenlijk zijn we een soort " buddy’s." Hij heeft het met mij over vrouwen, ik heb het met hem over mannen. Wanneer we het moeilijk hebben, begrijpen we elkaar en doen we elkaar lachen. Ooit geloofden we beiden in de eeuwigdurende liefde. Door hem leer ik lief te hebben, zonder te bezitten. Misschien wel de meest moeilijke les in mijn leven. Is er niet steeds dat verlangen, bij diegene te zijn die je graag ziet ? Maar wat is graag zien ? Door hem leer ik de hopeloosheid van verlangen loslaten. Toen ik besliste met mijn verstand, om het hopeloze verlangen naar mijn tweede echtgenoot, stop te zetten, kwam ik hem tegen en alles begon opnieuw. Op dat moment doorzag ik ook een patroon in mijn liefdesleven. Verliefd worden op mannen met een ongelofelijke vrijheidsdrang. Voor iemand als ik, die zichzelf als kind eeuwige trouw aan één partner beloofde, hebben deze verliefdheden voor heel wat hartenpijn gezorgd. Ik ben heel kwaad geweest op de mannen, iedere keer ik weer " bedrogen " werd. Een paar maakten zich net op tijd uit de voeten, een paar anderen namen de uitdaging aan. Nu weet ik dat ik steeds mezelf bedrogen heb, nu weet ik dat ik dezelfde vrijheidsdrang bezit.
Een vrijheidsdrang om mijn eigen weg te gaan, een drang om mezelf te vinden los van de ander.
Hij haalt me plots uit mijn gedachten en zegt " jij bent de enige vrouw die hier de afwas doet."
Ik zeg " jij kiest de verkeerde vriendinnen " hij zegt " ik weet het " en hij vraagt me mee naar zijn e-mail café en naar de supermarkt. Terwijl hij een zin tikt, vraagt hij mij of het goed is en hij laat mij de zin veranderen. Onze conversaties gebeuren meestal telefonisch of per post, hoewel dat laatste éénrichtingsverkeer is. Ik leg bij hem mijn hart en ziel bloot en kan bij hem alles kwijt, zelfs die dingen die ik van mezelf niet begrijp en zo leer ik heel veel over mezelf.
Terwijl hij intens zijn mail afwerkt, slurpen mijn ogen zijn gelaatstrekken op en zie ik een paar grijze haren. Ik zeg " je wordt grijs " en streel voorzichtig door zijn haar. Hij zegt niets en laat het toe. De manier waarop we dan samen over de straat lopen heeft me een gevoel alsof we al jaren met elkaar getrouwd zijn. In de supermarkt komt de ontnuchtering. We kopen mosselen voor één van zijn vriendinnen die vanavond komt eten en éénmaal terug in zijn huis zegt hij dat hij geen tijd meer heeft voor mij………terwijl ik wacht op de trein om terug naar huis te keren, zie ik verschillende mensen met bloemen……..éénmaal op de trein, komt een man naast me zitten met een hond……..de hond legt zijn hoofd op mijn dij en zo vinden mijn tranen toch hun weg…….
Mijn hart doet pijn en toch ben ik gelukkig……..
Vrijdag de 13de
Ze zit zoals gewoonlijk met gebogen hoofd en spuwt het laatste restje tandpasta uit op een servet.
"Ik ben klaar" zegt ze. Ik vraag haar welke jas ze wil aantrekken en ze kiest voor haar antiek
konijnenvel, waarvan ze de mouwen heeft laten verwijderen.
De jas is met de er bijgekomen kilo's niet mee gegroeid en blijkt te klein geworden.
"Geef me dan maar mijn rode jas" zegt ze. Nadat ik haar in haar jas gestoken heb, zet ik haar
zwarte muts op haar hoofd en hang haar zwarte tas aan de rugleuning van haar rode rolwagen.
Toevallig heb ik ook mijn rode jas aan. Gezien, gaan we zeker worden!
Nadat ze de garagepoort gesloten heeft met "haar" afstandsbediening die niemand mag gebruiken,
rijdt ze naar de bushalte. Ik loop te voet naast haar. Iedere bus die ze ziet aankomen,
vraagt ze of het bus 13 is. Ze is nerveus, hoewel ze zegt dat ze niet bijgelovig is. Ben ik bijgelovig? Neen.
Het is de tweede keer dat we met de bus naar de kliniek gaan. Een jonge, vriendelijke buschauffeur
helpt ons instappen. Ze rijdt de neergeklapte plank op en manoeuvreert tot ze achteraan in de hoek staat.
Ik zet me naast haar neer op een klapstoel. De bus komt in beweging en daar gaan we!
Ze houdt het een tijdje uit, maar dan zegt ze "trek niet zo aan mij!". Ik zeg "moet ik je laten vallen
misschien?". Ze heeft een hekel als mensen "aan haar lijf zitten", maar hulpeloos als ze is,
moet ze nu toelaten dat ik haar bij iedere draai of halte moet tegenhouden, zodat ze niet van haar
rolwagen zou vallen. Een oplossing is dat ik haar tegen me aan laat vallen en na een tijdje
zegt ze "zo dicht bij elkaar hebben we nog nooit gezeten hé". Ik zeg spottend dat ze nog haar hoofd
op mijn schouder kan leggen. Ze kijkt me aan, lacht ondeugend en zegt "de volgende keer nemen we
een riem mee". De Goden zijn met ons… we komen heelhuids aan en terug manoeuvreert ze zich, achteruit nu, uit de bus.
Twee vriendelijke nonnen willen een handje toesteken, maar voor ze boos wordt,
zeg ik hen vriendelijk dat ze een uitstekende chauffeur is.
Ik bedank de nonnen en we gaan de draaideur van de kliniek binnen.
Op de dienst pneumologie, derde verdieping, worden we verwacht. In de wachtzaal doe ik haar jas uit en doe de knoopjes open van haar pull en "chique" bloes, die ze voor deze gelegenheid heeft aangetrokken. Ze glundert als ze de dokter ziet en rijdt achter hem aan, de spreekkamer binnen. Ik blijf achter in de wachtzaal. Tien minuten later glundert ze nog meer.
"Tien op tien en hij heeft zelfs niet gezien dat ik nog steeds rook" zegt ze.
Dit moet gevierd worden en we gaan in de cafetaria een croque monsieur eten.
Wetende dat ik graag snoep, krijg ik er een taartje bij. Na de koffie zijn we klaar om terug huiswaarts te keren.
Wanneer we buiten komen schijnt de zon en is er van de frisse ochtendbries geen sprake meer.
"Zouden we met dit mooie weer niet te voet naar huis
gaan?" stel ik voor, "een beetje beweging zal ons deugd doen". Dat vinden we beiden leuker én
veiliger! We laten bus 13 voorbij rijden…
Ze vertrouwt erop dat ik op iedere hoek van de straat het verkeer zo regel, dat ze ongestoord kan
doorrijden. Dit wordt mij echter niet altijd in dank afgenomen en wat sommige automobilisten
achter hun voorruit zeggen, wil ik eigenlijk niet horen.
Een uur later staan we terug op het Zand in Brugge. Ze heeft nog geen zin om naar huis te gaan en we gaan de Casa binnen
in de Steenstraat, waar er nog een bestelling ligt voor haar. Alle verpleegsters, alle verzorgenden en ieder die haar op één of andere manier helpt, "verdient" een kerstcadeautje. Ook ik, haar persoonlijke assistente, sta op haar lijstje. Maar eerst wil ze nog eens rondrijden en zien wat moois de winkel allemaal aanbiedt. "Wat jammer dat de Casa weggaat hé uit Brugge" zegt ze. Het is één van de weinige winkels waar ze zonder problemen in en uit kan rijden. De meeste hebben een hoge stoep,
waar ze zelfs niet binnen kan. "Ze moesten allemaal failliet gaan!" zegt ze soms nijdig.
Plots zie ik aan haar neus een druppel verschijnen en ik geef haar een Kleenex.
"Ik heb dat niet nodig" zegt ze, en ze rijdt door. Na een tijdje zie ik dat de druppel
steeds groter wordt en doe een tweede poging om haar de Kleenex te geven. "Ik kan mijn neus niet snuiten als ik rij" zegt ze en weer rijdt ze door. De druppel wordt steeds groter en wordt een lange witte sliert. Zoals gewoonlijk wordt ze met haar provocerend gedrag raar aangekeken. Ze trekt er zich niets van aan en rijdt gewoon verder de winkel rond.
En ik, zoals gewoonlijk, laat haar maar doen en loop met een uitgestreken gezicht naast haar verder.
Wanneer ik zie dat ze met haar tong de lange sliert probeert op te likken grijp ik in en zeg boos,
terwijl ik haar voor de derde keer de zakdoek geef, "Eliane, snuit je neus!".
Tot mijn grote verbazing stopt ze haar wagen en snuit haar neus.
Voor mij een opluchting dat ik zonder blozen de kassa kan passeren…
Buiten zegt ze "kom, we gaan nog een tas thee drinken". Onze vaste stek is het terras van het standingvolle Hotel Portinari op het Zand. Het is de baas zelf die ons bedient. Een kannetje voor twee personen, een grote doos met verschillende theesoorten en
twee huisgemaakte pralines, verschijnen op de tafel.
Ze verwent me. "Eet ze maar alle twee op" zegt ze. Dit moet geen twee keer gezegd worden.
Ik neem zoals gewoonlijk haar sigaretten uit haar tas en leg het pakje en haar aansteker voor
haar op de tafel. Sierlijk neemt ze de sigaret tussen haar vingers en steekt die aan.
Met half dichtgeknepen ogen zuigt ze de nicotine diep in haar longen.
Dan is het een paar minuten stil. Haar geluk is volmaakt… Ze geniet van één van de weinige dingen die ze nog kan.
Na de bediening, zet de baas zich bij de vrouw, die aan het tafeltje naast ons zit.
Ze kijkt me aan en trekt haar neus op. Dit keer heeft ze geen geluk.
Uit de theedoos verdwijnen maar twee theezakjes…
La Alegria en el mundo
7-7-2007
7 is een geluksgetal zegt men, en ik geloof het, want bestaan niet heel veel dingen uit 7,
zoals de 7 dagen van de week, of de 7 wereldwonderen…? Hoewel. Volgens mij zijn er meer dan 7 wonderen in de wereld.
Wanneer ik terugkijk op mijn leven ben ik er zeker van. Ook vandaag geschiedde weer een wonder
voor mij. Benieuwd? Neen, ik was niet één van de vele gelukkige bruiden die vandaag voor het altaar stonden.
In de radio hoorde ik dat alle trouwzalen volzet waren en alle trouwambtenaren opgetrommeld werden
omdat men de rekensom van vandaag maakte.
Niet 1 keer 7, maar 3 keer 7, merkte één van de trouwlustigen op, en dat maakte volgens haar 21,
weeral een wondergetal. Tja.… Waar bleef ze dan met de 2 van 2007? Moet dat niet 23 zijn, waarvan de som 5 is.
Ja, die 5 slaat voor mij alle records op dit moment. Neen, een onverwacht trouwfeest was er niet bij, zoals Dorintje
mijn vriendin 3 jaar geleden overkwam op de dag dat ze 50 werd. Nu ja, sta 's morgens maar eens op en wordt maar eens "ontvoerd" naar het stadhuis…met mijn onvoorspelbaarheid heeft Aiméke dat maar niet gedaan, stel je voor dat ik "neen" zou zeggen op een "5" dag… Veel trouwfeesten zijn op dit moment aan de gang zonder te beseffen dat 5 staat voor vrijheid. Gelukkig maar, dat ze het niet weten. Neen, op 7-7-2007 zou ik niet willen trouwen. Op een andere dag wel? Hmm…mijn Aiméke weet het wel… Maar ik kreeg mijn halve eeuw feest, niet? De eerste keer dat ik voor mijn verjaardag een "echt" feest gaf! Van verlegenheid is er ondertussen geen sprake meer en ik voelde mij opperbest! Ik kocht voor deze gelegenheid een onthullend kleedje en roze schoentjes! Aimé vroeg heel verontwaardigd "je gaat die schoenen vanavond toch niet aandoen?" Hij heeft het niet zo voor roze en dat was duidelijk, maar ik zei: "Natuurlijk doe ik die aan!" Velen waren uitgenodigd en velen gingen in op de uitnodiging. 77 kwamen er op af. Weeral 7. En 2 maal 7 is 14, dus terug 5…Toeval?
De plaats van het gebeuren was bij Dorine. Ja, "die" Dorine en ze is nog altijd gelukkig getrouwd met haar ontvoerder, Dirk. Terwijl Aimé nog ballonnen aan het opblazen was en Rita en Lut, respectievelijk mijn zwemvriendin en dolfijncompagnon, het apéritief aan het klaarmaken waren, vonden mijn gasten de weg naar de jachthaven van Brugge. Mijn kleine broertje met familie, mijn dochter en haar kroost, oude en nieuwe vrienden en vriendinnen, ex-collega's en nieuwe collega's, ex-bazen, bazinnen en nieuwe baas, mensen die ik ken van cursussen her en der, Ocean, die mij zal inwijden bij de dolfijnen, woestijnvossen en een paar ex-lieven. Dus, voor mijn 50ste vond ik mezelf nog redelijk populair, gezien de talrijke opkomst. Eenmaal iedereen binnen was, was het de kunst om ze aan het dansen te krijgen, want wou ik mijn volgende 50 jaar niet al dansend inzetten…? Mijn roze schoentjes deden direct hun werk in de armen van Yvan met een "bachata". Maar het was pas na de broodjes en na het "Da Vinchi-ijs" dat de dans ambiance erin kwam. Iedereen liet zien wat hij of zij kon. Na een tijdje vlogen mijn roze schoentjes onder een tafel en toen Robin, mijn kleinzoon me leerde "jumpen", voelde ik me terug de helft van, ja, die 50…! Om 2u was het feest voorbij… De laatste op de dansvloer was mijnen Aimé, die voelde zich waarschijnlijk terug de helft van zijn, oei, 60 al…
We gingen voldaan naar huis en ik voelde mij een gelukkige vijftiger. De zondagmorgen was het terug feest. Pakjes openen, kaartjes lezen en centjes tellen. Ik wil dan ook iedereen die erbij was, bedanken, maar ook degenen die er niet bij waren en mij toch lieve wensen en cadeautjes stuurden. Vanuit mijn hart, bedankt!!!
En nu terug naar mijn wonder van vandaag. Het begon eigenlijk al gisteravond, en ja, ik werd ook een beetje ontvoerd. Toen mijn dagtaak in "Abiento" erop zat, stapte ik in onze gele Kangoo, richting Nederland. Ergens tussen Sluis en Cadzand was onze bestemming. Een nieuw avontuur ergens in de Nederlandse velden stond mij te wachten.
Af en toe grijnsde Aiméke en lachte zijn tanden bloot toen hij me aankeek. Toen reden we de oprit op van Mini Camping Luteijn, wat een naam, Luteijn, hoe spreek je dat eigenlijk uit? Op z'n Hollands zeker… En Hollanders waren er hoor, 7 van de 15 plaatsen die de "boerencamping" rijk is, waren bezet door Hollanders en één plaatsje werd ingenomen door Belgen, wij…
Wat deed ik nu in godsnaam op een camping? En wat voor wonder is dat nu? Wel, na een jaar Latijns Amerika overleefd te hebben, willen we ook eens dichter bij huis op verkenning gaan en we hebben een caravan gekocht! Op zich natuurlijk niet zo'n wonder, maar voor mij is het terug een nieuw avontuur, gezien ik nog nooit op reis ben geweest met een caravan, laat staan slapen erin! Aimé zag het ding tijdens één van zijn wandeltochten staan en voor 500 euro werden wij de nieuwe eigenaars. Een koopje dus. Een "nostalgisch koopje" zei een Nederlandse campinggast, gezien het karretje dit jaar 40 jaar oud is. Neen, het is niet "oud en versleten", integendeel, het ziet er van binnen en van buiten piekfijn uit! Geen plastic gedoe, maar een degelijk houten interieur, incl. minikeuken en ijskast. Zelfs de "amor"tiseurs zijn als nieuw…
En amor was er genoeg die avond! Beiden waren we blij als een kind met onze nieuwe aanwinst. Sommige bedenkelijke Nederlandse blikken uit chique caravans namen we erbij. Laat ze maar lachen met ons "kleintje"… Hoe we ons nieuwe reiswagentje noemen…? Wat dacht je…? 'La Alegria en el Mundo' Bien Viaje!
Linda
TERUG ALLEEN, NATUURLIJK…
Toen ik vroeg aan ‘iemand’ uit de andere wereld, waarom ik alles zou achterlaten voor ‘iemand’ die ik niet graag zie, zei hij ‘you have to make this yourney and I see a time that you cannot keep your hands of of him’. In het Engels klinkt dit zoveel mooier en romantischer dan in het Nederlands, ‘Je moet deze reis maken en ik zie een tijd dat je je handen niet kunt van hem afhouden’.
Neen, dit ging waarschijnlijk veel minder indruk gemaakt hebben op mij…
Weeral dacht ik dat ik gek aan het worden was met deze beslissing.
Een jaar alles achterlaten, deze keer écht alles achterlaten.
Vijf jaar later liet hij alles achter. Vijf jaar later zei hij ‘ik ga alleen verder’.
White Bull, dit heb je mij er niet bij verteld…
Is het dan de moeite waard geweest om met hem mee te gaan…?
In de dualiteit van het moment had ik er geen antwoord op.
Ja, wat gaat er door een mens wanneer de persoon van wie je zielsveel houdt zegt dat hij uit je leven gaat verdwijnen…?
En ‘ziels’veel zag ik graag, correctie, zie ik hem graag. White Bull, je had gelijk, halverwege onze grote reis, na het uitvechten van vele oorlogen, vele ego-oorlogen, begon ik hem graag te zien, écht graag te zien!
De ommekeer voor mij begon in Cartagena, in Colombia.
Cartagena, voor mij nog altijd de mooiste stad van de wereld.
Ik denk dat ze ‘hierboven’ toen wel goed gelachen hebben met mij, toen ik zei tegen hem ‘ik ga alleen verder’.
Hij liet mij ‘uitrazen’ en toen ik er héél zeker van was dat ik inderdaad alleen verder ging gaan, zei hij ‘slaap er nog een nachtje over, maar weet dat ik met jou nog verder wil, ik zie je graag…’
Ik zei nu net hetzelfde tegen hem, in de hoop dat ook een nachtje slaap hem hetzelfde inzicht zou geven als ik toen kreeg, nl. ons ziele samenzijn verder zetten.
Het werd geen ‘nachtje’, ik vroeg het hem verschillende nachten.
Hij vertrok op 1 november, ’s morgens exact om 9u…
Hij ‘koos’ zijn dag en zijn uur ongelofelijk goed. Met de 9 mocht ik weer eens loslaten, met de 1 mag ik weer eens opnieuw beginnen.
Vandaag sta ik voor de voordeur van mijn 52ste levensjaar en weet dat alles waar ik in mijn leven voor ‘koos’ de moeite was.
Ik sta terug open voor wat het leven mij zal aanbieden, ik probeer terug ‘rijk’ te zijn aan eenzaamheid en terug mijn leven te wijden aan dat wat belangrijk voor mij is.
Ik ben terug alleen, natuurlijk…
Alone again, naturaly, zong Gilbert O’ Sullivan, een liedje dat ik vroeger steeds uit volle borst meezong…
Yasmine Tea
Tien dagen na de opening van mijn Alegria Gezondheidshuis ervaar ik terug wat rust is.
Geen verfpotten en verfborstels meer, geen paniek meer dat ik niet op tijd gereed geraak, geen paniek meer over waar ik nu weer aan begin.
14 juni, twee maal feest. Het vervolg van mijn ‘alegria’, wat nu trouwens, letterlijk aan mijn voordeur hangt, en mijn 52 lentes (of zijn het ondertussen al zomers?) werd samen met de achterblijvers nog uitbundig gevierd.
Toen ik ’s morgens om 6 uur ontwaakte door de kletterende regen, dacht ik dat de Goden mij wilden vertellen dat het toch niet zo’n goed idee was, ‘waar ik nu weer aan begon…’
En het bleef regenen…
Samen met Carine brainstormen over een reorganisatie van het gebeuren.
Alles moest binnenshuis in gereedheid gebracht worden.
Ja, ik werd zelfs een beetje kwaad op de Goden en ik zei “het mag regenen tot 1u30, maar dan moet het gedaan zijn!”
Degenen die erbij waren, weten het, om 1u30 stopte het met regenen.
Beetje bij beetje werden alle tafels terug buiten geplaatst, Insjalah!
Ja, de Goden vonden het uiteindelijk toch nog zo’n slecht gedacht niet…
In de namiddag was het een gezellige drukte met bekenden en onbekenden, die een kijkje kwamen nemen naar mijn Alegria Gezondheidshuis.
De massagekamer, de zolder, de koffie, de wijn, de zon, alles werd als zeer aangenaam ‘beschreven’ en ik was natuurlijk content!
Na de inwijding, gaf Peter nadien met zijn gitaar de toon aan.
Meer wijn, pizza en cadeautjes openen en lieve kaartjes lezen, waren een geslaagde afsluiter van deze dag.
En dan gaat het leven verder…
De regen blijft nog steeds uit, het is al dagen volop zon en net nu het schooljaar eindigt, heerst er overal een echte vakantiestemming.
Niet alle workshops die Alegria aanbied, gaan door, maar alle begin is moeilijk, zegt men.
Tussen wat wel doorgaat en mijn massagewerk vul ik mijn dagen met huishoudelijk werk en tuinieren, en genieten van de zon.
De Molenstraat nr. 46 is nu echt ‘mijn’ huis aan het worden. César, Bles, Luna en Mieneke zijn het met me eens, we vinden rust…
*****
Gisteren ging ik Ruuth een handje helpen.
Toen ik de mooie grote tuin binnenreed zag ik het karretje staan…
Ik nam de sleutel, ging naar ‘La Alegria in El Mundo’, nu enkel nog mijn caravantje.
Sinds ik terug alleen ben, staat het ‘geparkeerd’ bij Ruuth.
Nietsvermoedend deed ik de deur open.
Het tafeltje nog steeds netjes opgeplooid, kopjes en schoteltjes mooi ingepakt, ja, alles lag er nog zoals we het verleden zomer ‘achterlieten’…
In een paar seconden besefte ik plots dat het nooit meer zou zijn zoals voorheen.
De gezellige ritueeltjes die we deden toen we erop uittrokken met ons antieke karretje, zullen er nooit meer zijn.
Ons, zijn theeritueel zal er nooit meer zijn…
Er bekroop mij een heel naar gevoel, alsof de hittegolf van het moment ontplofte in mijn gezicht!
Dit had ik niet verwacht, na negen maanden weet ik dat ik hem nog steeds vreselijk mis. Na negen maanden voelde ik plots terug al mijn verdriet.
“Was het dan zo goed met hem?” flitste het door me heen.
Maar daar gaat het niet om…
Waar ik in investeerde is niet meer. De liefde waar ik in geloofde, is niet meer…
De realiteit dat hij uit mijn leven is, is er wel.
Natuurlijk weet ik dat het ‘nieuwe’ voor de deur staat, maar toch vraag ik me af hoelang een mens kan rouwen om wat je verloren hebt.
Ik vraag me af of het wel ‘gezond’ is dat ik hem nog steeds mis.
De realist in mij zegt ‘ durf voelen wat je voelt, maar weet dat het leven verder gaat, dus, ga verder met je leven’.
De emotie, mijn emotie zei op dat moment iets anders…
Ruuth voelde wat er gebeurde en ik kreeg een hartverwarmende knuffel van haar.
De volgende uren was het gras maaien en bramen en hagen, kortwieken.
Voor ik vertrok nam ik de uitdaging aan en ging terug naar ‘de plaats uit het verleden’.
Ik stapte binnen en keek rond. Bij het openen van een kastje vond ik verschillende doosjes thee. Kruidenthee, groene thee en jasmijnthee…
*****
Gisteren werd ik terug geconfronteerd met mijn verlies, vandaag schrijf ik erover, morgen word Yasmine begraven.
Velen worden door haar wanhoopsdaad geconfronteerd met hun eigen verhaal. Ook ik. Diegenen die weten wat liefdesverdriet is, diegenen die denken dat het gras groener is in een andere broek…
Een psycholoog zei dat twee dingen heel belangrijk zijn wanneer je partner je verlaat voor een ‘nieuwe liefde’… respect en nazorg, twee dingen die ik niet kreeg, Yasmine, of Hilde waarschijnlijk ook niet…
Ja, als je zelf hartenpijn gevoeld hebt, kan je begrijpen als de pijn ondraaglijk is, dat je uit het leven stapt.
Of iemand het ‘waard’ is, neen, waarschijnlijk niet, maar investeren in de liefde heeft blijkbaar niet voor iedereen dezelfde ‘waarde’…
Voor mij gaat het niet enkel om het verlaten worden, het gaat over de diepere en ethische waarde die het leven rijk is.
Liefde en verdriet gaan in het leven hand in hand verder.
Ook mijn leven gaat verder…